Werkwijze

Werkwijze

Voor mij is de antroposofie, zoals door Rudolf Steiner in de wereld gebracht, het meest volledige en ware mens- en wereldbeeld dat ik in de cultuur van de mensenwereld heb kunnen vinden. Ik was 16 jaar oud toen ik ontdekte dat de antroposofie in de wereld was en ik wist intuïtief dat het mijn ding was. Het heeft echter vele jaren geduurd, tot aan mijn 48e jaar, voordat ik mij er werkelijk mee kon verbinden en ik er ook uit kon gaan werken.
In mijn werk als kinder- en jeugdpsychiater is kennis en kunde van het Ik de kern van wat de antroposofie voor mij als meerwaarde heeft.


Werken via het hart

Bij werken via het hart breng je je eigen kwaliteiten in in de ontmoeting met de ander. Of deze ontmoeting vruchtbaar kan zijn hangt af van je vermogen om af te kunnen stemmen op de ander zonder dat je jezelf verliest en zonder dat je je eigen behoeftes bevredigt aan de ander. Het werk vindt als het ware tussen de mensen plaats (Christus-werking). De zuiverheid van je eigen intenties bepalen of je iets goeds voor de ander kunt doen. M.a.w. naarmate je eigen persoonlijkheid zuiverder is kan het als instrument dienen om goed op de ander af te kunnen stemmen.

Bewustzijn van de twaalf driften en hoe je die positief of negatief kunt gebruiken kunnen naar mijn ervaring in dit proces enorm verhelderend zijn.

Positieve aspecten in de ontmoeting met de ander zijn dat je bewustzijn hebt van wat er gebeurt in de ontmoeting, zowel bij jezelf als wat je aan de ander waarneemt (drift tot wakker worden). Daarbij is het van belang dat je je zelfbewustzijn goed handhaaft en weet waar je grenzen liggen (vechtdrift) en dat je helder hebt wat je doelen zijn in de ontmoeting (jachtdrift). Deze drie aspecten kun je actieve aspecten noemen (het is hard werken) en je gebruikt hierbij je agressie op een constructieve manier.

De andere drie positieve aspecten hebben te maken met de passieve aspecten van je open stellen voor de ander (drift tot overgave) en de ander bij je binnen laten komen zodat je aandacht en begrip geeft (drift tot voederen) en je overgeven aan wat er dan gebeurt zodat je creatief op de ander kunt reageren (drift tot spelen). Deze passieve aspecten behelzen ook hard werken, maar niet actief; hierbij gaat het om een innerlijke overgave aan de pijn en het  verdriet dat in je geactiveerd wordt en vervolgens een je openstellen voor wat je geschonken krijgt vanuit de geestelijke wereld, waarbij je het met tegenwoordigheid van geest en onder eigen verantwoordelijkheid doorgeeft.

Negatieve aspecten in de ontmoeting met de ander kunnen je afhouden van het bovenbeschreven proces. Daarbij is het ingewikkeld dat anderen altijd eerder aan je waarnemen waar je niet zuiver bent dan dat je dat zelf doet. “Je bedoelt het toch goed.”

De zes hier onder beschreven driften kunnen je op de volgende manier dwars zitten:

  • drift tot vermenigvuldiging: de behoefte aan iemand die zich openstelt voor jouw ideeën, waar je missionaris wordt, zonder dat de ander een vraag aan je heeft. (zijn vooral mannen heel goed in!)
  • zoekdrift: de behoefte aan emotioneel contact met iemand die jou waardeert, omdat het je zelf niet lukt om een voldoende gevoel van eigenwaarde te handhaven.
  • drift tot zelfbehoud: je bezig houden met de pijn en de nood van anderen zodat je maar niet met je eigen pijn en nood aan de gang hoeft.
     

Bij deze drie driften gebruik je je angst op een voor de ander destructieve manier. Een constructieve manier van met je angst omgaan houdt in: zorgvuldig onderzoeken welke vraag de ander aan je heeft, checken of het OK is wat je doet in het contact en bovenal je eigen angsten in je bewustzijn toe laten en ze gebruiken om moed te ontwikkelen.

  • drift tot zelfverheffing: als je vindt dat je heel goed werk voor de ander doet wat niemand anders kan doen.
  • drift tot broedverzorging: als je de ander gaat beschouwen als een deel van jou en jij weet wat de ander zou moet doen. (zijn vooral vrouwen heel goed in!)
  • drift tot opnemen: als je de ander nodig hebt om je goed te voelen.
     

Deze aspecten zijn het moeilijkste om onder ogen te zien, omdat je je er meestal goed bij voelt. De ontmoeting geeft je vreugde en het lijkt alsof je heel goed werk doet.

Naar mijn ervaring kan het beeld en de oproep van de Mensheidsrepresentant enorm behulpzaam zijn bij het dealen met de negatieve driftmatige aspecten binnen jezelf:
- Gebruik je angst om menselijk op de bodem van je eigen bestaan te staan en
- Gebruik je humor om met je eigen hoogmoed te dealen.


Mijn werkwijze met de Basisemoties

Net zoals een mens niet zijn gedachten is, maar gedachten heeft, zo is een mens ook niet zijn emoties, maar heeft gevoelens/emoties.

Omdat het palet van gevoelens heel gedifferentieerd en persoonlijk is en ik hou van duidelijkheid en eenvoud werk ik met de basisemoties: Boos, Bang, Blij en Bedroefd.

Elk kind kent deze emoties en het kan ook voor volwassenen verhelderend zijn om de gevoelens terug te brengen tot een van deze basisemoties.

 

Wat mij betreft zijn deze basisemoties gelijkwaardig, dwz ze zijn alle vier van belang voor een gezond psychisch leven.

  • Boos helpt je om in je eigen kracht te komen
  • Bang helpt je om zorgvuldig met jezelf en de wereld om te gaan
  • Blij helpt je om je met de wereld om je heen te kunnen verbinden
  • Bedroefd helpt je om bij jezelf te komen en te weten wat voor jou belangrijk is.

 

Bij een ongecompliceerde stroom van deze emoties wordt bij boos het lichaam groter, bij bang het lichaam kleiner, bij blij maakt het lichaam een openend gebaar en bij bedroefd maakt het lichaam een sluitend gebaar. Daarbij is het handig om de borststreek cq het hart als middelpunt van deze bewegingen te nemen. Emoties worden naar mijn inzicht en ervaring vooral beleefd in dit gebied en gaan gepaard met meer of minder subtiele veranderingen van hartslag en ademhaling.

Bewustzijn van de emoties en het vermogen om erover te denken is dan verbonden aan het hoofd cq de hersenen.

 

Emoties kunnen te sterk en te zwak beleefd worden en op het moment dat emoties met je aan de haal gaan of dat je je er te weinig bewust van bent en je ze in beide gevallen niet kunt gebruiken is er een probleem. Naar mijn ervaring is het gebruik van een emotiethermometer handig om bewustzijn van de werking van de emoties te verkrijgen.

 

Op de maxima van de emoties waarbij ze niet meer onder controle zijn en iemand er niet mee kan dealen en dit chronisch wordt zit pathologie (agressie-regulatie stoornis, angststoornissen, (hypo)manie/narcisme en de verschillende vormen van depressie).

Veel afweermechanismen/overlevingsstrategieën kunnen beschouwd worden als gedragspatronen om met het onvermogen om met de te heftige emoties om te kunnen gaan.

 

Als je te boos bent kun je je afvragen wat er voor jou niet klopt, kun je je afvragen wat je doel is en of dat reëel is. Als iemand anders te boos is dan is de beste manier van daar mee om gaan: zelf niet te boos of te bang worden, je afvragen welke pijn erachter de boosheid zit en dat zo mogelijk benoemen en daarna een gepaste begrenzing geven zonder dat je uit het contact gaat.

Als je te bang bent kun je je afvragen waar je precies bang voor bent, kun je je afvragen hoe groot de kans is dat het je overkomt en kun je je afvragen hoe je op de beste manier door die angst heen kunt komen. Als iemand anders te bang is dan is het van belang dat je zelf niet te bang wordt, dat je er vertrouwen in hebt dat de ander het aan kan en kun je vragen wat jij voor de ander kunt doen qua steun.

Verdriet wil begrepen worden en gaat altijd over een verlies. Op het moment dat je weet wat je verloren bent kun je je verdriet gebruiken om er een creatieve oplossing voor te verzinnen en daarbij helpt verdriet je dan om uit je niet altijd adequate gewoontes te komen.

Mensen vinden zichzelf niet snel te blij, maar blij wordt vaak gebruikt om bij andere emoties weg te blijven en dan wordt het onecht. In dat geval zijn er moedige gesprekspartners nodig die rustig toewerken naar helder krijgen wat er onder speelt en op vriendelijke wijze de ander helpen om zichzelf te durven zijn.

Elma Thiel-Pool, kinder- en jeugdpsychiater