Zienswijze

Zienswijze

Het antroposofisch mensbeeld biedt een verruiming van de gebruikelijke diagnostiek en behandeling. Dat betekent dat wanneer volgens de gangbare richtlijnen is vastgesteld wat de psychische problemen zijn, er vandaar uit gekeken wordt wat de relatie is met het lichamelijke functioneren en hoe zich dat verhoudt tot het unieke van het kind of de jeugdige. Elk mens heeft een uniek Ik dat functioneert binnen een ziel waarin denken, voelen en willen kunnen worden onderscheiden in de verbinding met een lichaam waarin levensprocessen stromen. Een kind begint het aardse leven met een eigen aanleg in wisselwerking met de erfelijkheidsstroom waarin het geboren wordt. Vanaf de geboorte tot aan de tandenwisseling is een kind een en al zintuig en de zintuigindrukken werken door tot in de vorming van het lichaam. Vanaf de tandenwisseling tot aan de puberteit ontwikkelt een kind zich vanuit een inmiddels ontstane binnenwereld in relatie tot de omgeving tot een sociaal wezen. Vanaf de puberteit komt steeds meer de individualiteit van de jeugdige te voorschijn waarmee het dan vanaf de volwassenheid op een eigen manier in de wereld kan gaan staan.